23 sep 2022 - 14:41
NieuwsDe Ommegang 2022 lijkt steeds minder fictie, maar wordt meer en meer realiteit. Zeker nadat de Jezuïetenkerk een avond lang werd omgevormd tot veilinghuis, waar 20 unieke handgemaakte vlaggen onder de hamer gingen. En de Lierenaars toonden nogmaals hun groot hart. Toen het laatste ‘pièce unique’ werd afgeblokt, stond de teller op liefst 22.890 euro.
Door de verschillende ateliers van de Lierse Beeldacademie werden tijdens het voorbije academiejaar op vraag van de ondernemersvereniging ‘Lier4Business’ en de stad, unieke handgemaakte vlaggen met typisch Lierse beelden en symbolen gemaakt. Inspiratie vormden de rijke Lierse geschiedenis, de vele historische gebouwen en de rijke tradities. De afwerking werd verzorgd door Sonia ’s Jongers (leerkracht kant) en leerlingen van de richting mode van Sint-Ursula. Toen burgemeester Rik Verwaest met een flinke klop van de hamer de veiling mocht openen, zat de Jezuïetenkerk lekker vol. Eerder had Luk Ceulemans als voorzitter van de Gezellen van ’t ‘Groot Volk, de aanwezigen welkom geheten en verwezen naar de lange voorbereidingsfase waarbij zovele personen en organisaties betrokken waren. Daarop nam Lucas Van den Eynde de fakkel over om de 20 kunstvlaggen met de nodige kwinkslagen en welomschreven achtergrondinformatie, voor te stellen. ‘Ervaringsdeskundige’ Peter Bernaerts van het gelijknamige veilinghuis leidde het verloop van de biedingen met de nodige schwung in goede banen, bespeelde soms de gevoelige snaar en droeg in belangrijke mate bij tot het prachtige eindresultaat. Het hoogste bod van 3.400 euro ging naar een creatie van het atelier keramiek. Daarop volgden de vlag van de afdeling levend model (2.500 euro) en het ontwerp van de afdelingen beeld en audiovisuele kunst én grafiek (telkens 2.200 euro). Met 1.800, 1.300 en 1.100 overschreden 3 kunstvlaggen de kaap van de 1.000 euro. Het gemiddelde bod bedroeg 1.145 euro. De veiling werd muzikaal opgeluisterd door de formatie ‘Jazz Notes’ van de Podiumacademie en afgesloten met een dankwoord door Luk Ceulemans.
Tekst: DéBé
Foto’s: Luc Peeters