12 mrt 2025 - 22:01
NieuwsDe recente bespreking van het eigendomsstatuut van de gedempte Sint-Pietersvliet achter de woningen in de Sint-Gummarusstraat, bracht ons op het spoor van de vele vlietjes die destijds in verschillende richtingen door de stad kronkelden. Bij de voorstelling van het ‘Waterforum Lier’ stelden de leden van de aangesloten verenigingen dat het herwaarderen van de vlietjes en van andere waterlopen één van de doelstellingen is. Ook het stadsbestuur kijkt op termijn dezelfde richting uit.
Vooral in het lager gelegen gedeelte van de stad stroomden de vlietjes tussen de huizen. Ze waren meermaals oorzaak van overstromingen. Omdat ze een verzamelplaats waren voor allerlei afval en vuilnis, vormden ze ook een probleem voor de openbare hygiëne. Op geregelde tijdstippen werden dan ook saneringsplannen opgesteld. Dit was o.m. het geval in 1832 en de daarop volgende jaren. In 1850 werd door de staat een commissie aangesteld om de oorzaken van de weerkerende overstromingen te onderzoeken. In het verlengde hiervan werden tussen 1859 en 1864 ingrijpende verbeteringswerken uitgevoerd. Vanaf 1912 werden steeds meer vlietjes overwelfd en gedempt. Toen werden ook rioleringen aangelegd.
De eerder vernoemde SINT-PIETERSVLIET liep achter de huizen van de Sint-Gummarusstraat en de H.-Geeststraat, onder de Kerkstraat, langs het Dijkje, kruiste de Rechtestraat evenwijdig aan de Kantstraat, liep verder achter de huizen van de Kleine Bril, om aan de Werf uit te komen in de Binnennete. De naam verwijst naar de Sint-Pieterskapel die langs het traject lag. Voor 1845 was de vliet achter de huizen van het Dijkje, de Rechtestraat en de Kleine Bril overwelfd. Voor 1888 was dit zo goed als over de hele lengte het geval.
De BROUWERSVLIET verliet de Binnennete tegenover het Vlietje, liep langs de Vismarkt tot achter de huizen van de Koning Albertstraat en de Grote Markt, om aan het Buyldragershuisje op de Vismarkt terug in de Binnennete te vloeien. Reeds in 1418 werd het eerste gedeelte overtimmerd; in 1845 was de waterweg gedeeltelijk overwelfd.
De MINNEVLIET of de TUINENVLIET verbond de Sint-Pietersvliet met de Kerkhofmolenloop ten westen van de Kerkstraat, liep onder de Rechtestraat en achter de huizen van het Kardinaal Mercierplein en kruiste de Deensestraat. In 1712 werd het gedeelte op het domein van de Cellebroeders overwelfd, voor 1845 was dit het geval voor het gedeelte van het Dijkje tot voorbij de Rechtestraat en in 1888 voor een gedeelte van de huizen van het Kardinaal Mercierplein.
De VREDEBERGVLIET genoemd naar het Vredebergklooster, ontsprong ook langs de Binnenete ter hoogte van de Vismarkt, liep langs de toenmalige muziekacademie, kruiste de Vredebergstraat, liep achter de huizen van de Mosdijk, de Schoolstraat en de Predikherenlaan, om te eindigen in de Binnennete. In 1845 werd het deel op de Vismarkt overwelfd. In 1888 was nog slechts een klein deel niet overwelfd.
De VROUWENVLIET vormde de verfbinding tussen de toenmalige Grote en Kleine Nete. Deze vliet verliet de Grote Nete tegenover de monding van de Maasfortbeek, vloeide westwaarts door de beemden en liep ten zuiden van het Groot Spui in de Binnennete. In 1825 werd de grond aan de eigenaars van de beemden verkocht en werd de vliet gedempt. De BEGIJNHOFVLIET liep vanaf de bocht van de Binnennete achter het stadspark naar de Begijnhofbeemd, verder achter de huizen van de Grachtkant, om uit te komen in de Nete.
Niemand minder dan Felix Timmermans was een voorstander van het behoud van de vlietjes, die hij bestempelde als ‘het hart en de ziel van Lier’. In een bijdrage in ‘Van Onzen Tijd’ van 9 juni 1912 stelde hij voor om in het kader van de openbare gezondheid, de vlietjes uit te baggeren en de voorzien van zuiver water. Hij droomde er zelfs van om van Lier een klein Venetië te maken, waar de bezoekers van de stad per boot een vlietjestocht zouden kunnen maken.
Tekst DéBé
Foto’s en illustraties Felix Struyf en Luc Peeters