13 jul 2020 - 16:52
NieuwsHet H.-Hartziekenhuis Lier en het Diagnosecentrum DLO zijn vanaf 1 juli 2020 een structurele samenwerking aangegaan. Concreet betekent dit dat het ziekenhuis participeert in de structuur van het Diagnosecentrum, een coöperatieve vennootschap van 66 huisartsen uit de regio. Deze nieuwe samenwerkingsvorm betekent een geïntegreerde aanpak van de patiëntenzorg in Lier en is uniek in Vlaanderen.
Voor de patiënt lijken het soms twee werelden: deze van de huisartsen en van de ziekenhuizen. Vijftig jaar geleden richtten enkele huisartsen in de regio Lier een eigen medisch centrum op, waarnaar ze hun patiënten konden verwijzen. De samenwerking met het toenmalige ziekenhuis liep evenwel niet altijd even vlot. Dat centrum werd uitgerust met een labo en medische beeldvorming en specialisten hielden er privé consultaties. Het Diagnosecentrum DLO (Dokters Lier en Omstreken) gelegen aan de Leuvensevest, kende een gestage groei. Vandaag houden er zo’n 65 specialisten en een 10-tal paramedici consultaties en zijn er 45.000 consultcontacten met patiënten. Volgens Peter Degadt, voorzitter van de raad van bestuur van het H.-Hartziekenhuis, veranderen de tijden. ‘De behoeften bij de bevolking zijn anders dan 50 jaar geleden. Er zijn in verhouding meer oudere patiënten, die dikwijls gecombineerde aandoeningen hebben. Dit vergt een multidisciplinaire aanpak en een permanente opvolging. Meer mensen zijn chronisch ziek en moeten geregeld op controle. Echt genezen is er soms niet meer bij, er wordt ingezet op kwaliteit van leven. Willen we goede zorg verlenen, dan is een gemeenschappelijk beleid van artsen-specialisten uit het ziekenhuis en huisartsen een noodzaak’. Verder kennen de ziekenhuizen onder elkaar ook een ingrijpende evolutie. De medische wetenschap evolueert steeds sneller, de medische technologie verlegt grenzen en laat toe dat patiënten steeds langer en kwaliteitsvol door het leven gaan. Niet elk ziekenhuis kan alle super-specialistische zorgprogramma’s in huis hebben. Daarom organiseren ze zich in netwerken en verdelen ze de taken. Sinds enkele jaren heeft het H.-Hartziekenhuis Lier de keuze gemaakt om voluit de kaart van de toekomst te trekken en zich zowel in de samenwerking met collega-ziekenhuizen te engageren in het BRIANT-netwerk (Lier, Bonheiden, Mechelen, Vilvoorde) als in een gestructureerd samenwerkingsverband met de huisartsen van Lier en omstreken. Voorheen maakten enkel huisartsen deel uit van het DLO.
Voortaan gaat ook het ziekenhuis participeren in deze structuur en zullen huisartsen en ziekenhuis samen zorgen voor een geïntegreerde aanpak van de patiëntenzorg in Lier. ‘Voor de patiënt betekent dit een grote meerwaarde. Zo zal bijvoorbeeld de communicatie met het ziekenhuis in de toekomst via eenzelfde ICT platform verlopen. We zullen éénvormigheid en comptabiliteit nastreven met medische programma’s van DLO, ziekenhuis, huisartsen, laboratorium en overheid. Dit komt de planning voor een ingreep ten goede. Het ontslag uit het ziekenhuis en de nazorg zal vlotter overgenomen worden door de huisartsen. De medicatieregeling zal accuter afgestemd worden. De uitwisseling van informatie tussen huisartsen en spoeddienst wordt performanter. Verder zal kennis wederzijds gedeeld worden via gemeenschappelijke opleidingen’, aldus dr. Chris Van Opstal van het DLO. Volgens Peter Degadt is deze stap vooruit uniek in Vlaanderen. ‘Op de meeste plaatsen is er een goede samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuizen, maar er zijn limieten als alles op losse en vrijwillige basis verloopt. Het Lierse project betreft een structurele verankering, wat toelaat om gemeenschappelijk te investeren in artsen, apparatuur, zorgmedewerkers, ICT, opleiding etc. Zonder weliswaar de eigenheid, filosofie en waarden van het DLO – waarvan de benaming en de locatie behouden blijven – te verloochenen. De aanpak van corona is in Lier heel voorbeeldig verlopen. We waren er snel bij, zowel de eerste lijn als het ziekenhuis. We hebben ook veel geleerd. Onder meer hoe belangrijk het is om als ziekenhuis nog beter beschikbaar te zijn voor de andere echolons en voorzieningen’.
Tekst: DéBé
Foto’s: RM