05 mei 2020 - 11:09
NieuwsOp 12 oktober 1492 zette Christoffel Columbus voet op één van de Bahama’s in het Caraïbisch gebied. Zijn reis over de Atlantische Oceaan resulteerde zgz. in de ontdekking van de nieuwe wereld. Tijdens de overtocht die 33 dagen duurde, hield hij nauwkeurig een dagboek bij. Iedere dag werd hierin nauwkeurig beschreven. 500 jaar later werd dit logboek in 1992 vertaald door de professoren Philippe Theunissen en Lieven Cumps van de Handelshogeschool Antwerpen.
Vanuit Europa vertrok Christoffel Columbus (1451-1506) met drie schepen en 90 bemanningsleden, met de bedoeling via een westelijke route naar Indië te varen. De bewoners die hij in de nieuwe wereld aantrof, noemde hij dan ook ‘indianen’. De vertaling van het logboek kreeg als titel ‘De reis van de ontmoeting’ en niet van de ‘ontdekking’, omdat het om een ontmoeting tussen twee werelden ging. De auteurs beschreven de 3 lichte karvelen waarmee de overtocht werd gemaakt en behielden het soms ruwe taalgebruik van de oorspronkelijke versie. Het viel hen op dat Columbus een grondige kennis had van de ongunstige passaatwinden, die vandaag nog steeds het gebied teisteren. Ruime aandacht werd besteed aan het portret van Columbus op een kaart uit 1500, die gevonden werd aan de landengte van Panama. Het is blijkbaar het oudste portret van iemand die hem persoonlijk gekend heeft.
Tekst: DéBé
Foto: RM