16 aug 2015 - 10:59
NieuwsVoor de Donkkoers anno 2015 verschenen in het totaal zo’n 75 renners aan de start. De meest opgemerkte deelnemer was ongetwijfeld Julien Andries. Geboren en getogen op de Donk reed hij met succes precies zijn 50ste Donkkoers. Familieleden en vrienden hadden bij deze gelegenheid enkele attenties in petto.
Julien Andries groeide samen met zijn broers Jefke en Paul op in de schaduw van de feesttent, op de boerderij van Soeke Andries, één van de Donk-pioniers van het eerste uur. Op zijn 14de – de noodzakelijke minimumleeftijd – nam hij voor het eerst deel aan de Donkkoers. Dat deden trouwens ook zijn beide broers, ook al hielden ze het niet zo lang vol. 18 maal overschreed hij als winnaar de aankomstlijn. De eerste overwinning behaalde hij op zijn 17de. Tussen zijn 20ste en 25ste situeerden zich zijn gloriejaren en won hij 6 opeenvolgende edities. Er ging geen aflevering voorbij of hij had zijn plaats op het podium. Uiteraard verzamelde hij tal van trofeeën en bloementuilen, waarvan er ondertussen helaas meerder verloren gingen.
Tot aan zijn huwelijk woonde Julien op de Donk. Daarna verhuisde hij naar het Hagenbroek, om al zo’n 40 jaar een thuis gevonden te hebben op de Kloosterheide. Julien is een geoefende wielertoerist. Tot voor enkele jaren was hij lid van WTC Liefkenshoek Herenthout. Per week maalt hij nog zo’n 250 kilometer af in het Antwerpse en de Kempen. Echtgenote Lisette Verheyen is eveneens uit het sportieve hout gesneden. Omstreeks het midden van de jaren ’80 schreef ze ook enkel malen de Donkkoers bij de vrouwen op haar naam, na heroïsche duels met Maria Jacobs.
De Donkkoers die destijds aan de basis lag van de Donkfeesten, heeft volgens Julien de voorbije 50 jaar een hele evolutie doorgemaakt. Vroeger was er meer beleving rond de koers. Zijn eerste wedstrijden reed hij op een volledig onverhard parcours. De ‘hel van de Donk’ overtrof toen zelfs deze van Parijs-Roubaix. De winnaar genoot in die tijd ook eeuwige roem op de Donk en ver daar buiten. Vandaag voelt de nieuwe generatie zich minder aangesproken om aan de koers deel te nemen, ook al wordt dit door velen van buiten de Donk als een groot voorrecht beschouwd.