24 aug 2020 - 16:09
NieuwsDe stad Lier telde tijdens de vorige eeuw meerder bioscoopzalen. Veel documentatie dienaangaande is blijkbaar niet bewaard gebleven. Gelukkig was er de mondelinge overlevering van Armand Oppers, die we al eerder hebben bestempeld als de pionier van het Lierse filmgebeuren.
Eén van de meest legendarische Lierse filmzalen was ongetwijfeld cinema PALACE in de Blokstraat, in de volksmond ’t Palaske genoemd. Het was een eigenaardig zaaltje met een balkon en zijbalkons, waar de films diagonaal geprojecteerd werden. Volgens een flyer uit 1929 speelde in de zaal toen een prachtig salonorkest. Het pand heeft na de stopzetting van de activiteiten vele jaren leeggestaan, al was er ook een tijdlang een wasserij met dezelfde naam gevestigd. Cinema ROSKAM in de Kleine Bril – ook ‘de kam’ genoemd – werd opgericht in 1911 door Charel ‘Kruger’ Nauwelaerts, één van de medestichters van autobussen Kruger. Eerder was hier een café gevestigd, waar Liersche Sportkring nog werd gesticht. In 1913 werd de zaak overgenomen door de familie De Stoop – Ysewijn, die eerder een cinema en danszaal exploiteerden in het Franse Roubaix en het Waalse Boussu. Zij veranderden de naam in ciné Pathé.
Na de eerste wereldoorlog beleefde cinema Roskam heroïsche tijden onder Too Van den Bergh – Sluydts. Nadat de eerste films werden geprojecteerd met behulp van een ‘gasmoteur’ met dynamo, werden de toen nog stomme films begeleid door pianospel. Al naargelang het verloop van de film, werd de arme pianist niet zelden bekogeld door jeugdige cinemabezoekers. Too gaf na verloop van tijd de zaal over aan haar zonen Sooi en Jos Van den Bergh, die deze een gezellig, volks en soms ‘vooruitstrevend’ karakter gaven. Toen de filmbedrijvigheid werd stop gezet, werd de ruimte verhuurd als staanplaats voor auto’s. Cinema BELGICA in de Pettendonk dateert van 1912. De eerste uitbater was ‘Speuter’ De Voeght, vandaar de bijnaam ‘de Speuter’. Voor wereldoorlog I kost een ticket hier 1 tot 3 BEF. Bij het begin van de tweede wereldoorlog werd de bioscoop zwaar beschadigd. Speuter De Voeght had niet de financiële middelen om de zaal te restaureren. Hij voelde zich dan ook verplicht om ze in 1941 te verkopen aan Frans ‘Sooi’ Vermeire, een voormalige binnenschipper. Deze zorgde voor een grondige vernieuwing. De echte start volgde in 1944 onder zijn zoon Jan Vermeire, die in 2010 overleed waarna de activiteiten werden stop gezet. In 2014 kwam op de plaats van de voormalige bioscoopzaal een complex met 15 appartementen.
Tekst: DéBé
Foto’s: Beeldbank Kempisch Erfgoed & RM