Het merkwaardige verhaal van ‘tante nonneke van transvaal’

17 mrt 2015 - 22:22

Nieuws

Precies 150 jaar geleden werd Maria Josepha Henderyckx te Lier geboren. In augustus 1888 vertrok ze als 23-jarige missiezuster naar Zuid-Afrika. Daar werd ze belast met tal van belangrijke functies en overleed ze op 8 januari 1954 op de leeftijd van 88 jaar. Slechts éénmaal keerde ze naar Europa, ons land en Lier terug, om in 1936 samen met haar familie haar gouden kloosterjubileum te vieren.

Het merkwaardige verhaal van een opvallende Lierse figuur – bijgenaamd ‘Tante Nonneke van Transvaal’ – danken we aan het minutieus onderzoekswerk van Walter Sluydts, één van de aangetrouwde nazaten. Maria Josepha Henderyckx werd op 22 juli 1865 te Lier geboren. Zij was de dochter van Joannes Gummarus Henderyckx – een messenmaker – en van Maria Catharina Van der Aura, die in de Begijnhofstraat woonden. Op 19 juli 1886 trad ze toe tot de congregatie van de Zusters van de Heilige Familie van Bordeaux en vestigde ze zich in de abdij van Royaumont, zo’n 30 kilometer ten noorden van Parijs als ‘Soeur Marie de Saint-Pierre’. Op 10 augustus 1888 legde ze haar eerste geloften af en vertrok ze als missiezuster naar Zuid-Afrika. De reis over zee duurde ruim 3 maanden en kreeg over land een verlengstuk aan boord van ossenwagens.

De zusters van de Heilige Familie van Bordeaux waren sinds 1864 actief in Zuid-Afrika waar ze tal van kloosters, scholen en ziekenhuizen oprichtten. Zuster Marie van Sint-Pieter ging samen met enkele medezusters aan de slag in Jagersfontein, een kleine mijnwerkersstad 100 kilometer ten zuiden van Bloemfontein en Kimberley. Toen hier in 1889 een school werd geopend, werd ze aangesteld als verantwoordelijke voor de kleuterafdeling. In 1912 kreeg ze de leiding over de missiepost in Beaconsfield, ook al een mijnwerkersplaatsje 500 kilometer ten zuidwesten van Johannesburg.

In 1914 verhuisde ze naar het klooster van ‘End Street’ in Johannesburg en werd ze benoemd als hoofd van de nabijgelegen school in de wijk Yeoville. Na een vakantie in Natal en een bezoek aan de zusters in Basotholand, werd ze in 18917 overste van de kleuterschool in ‘President Street’ in Johannesburg. In 1920 kwam ze aan het hoofd van de gemeenschap in Beaconsfield en in 1923 werd ze moeder-overste van het klooster in Kimberley. Na een passage via Doornfontein werd ze in juli 1927 overste van het provinciale huis in Bellair, Durban.

In deze hoedanigheid komt ze in 1936 – na een afwezigheid van bijna 50 jaar – eindelijk nog ééns naar huis om met de familie haar gouden kloosterjubileum te vieren. Ze mocht van de congregatie haar oude dag verder in België doorbrengen, maar ze verkoos terug te gaan naar Bellair, om nadien aan het hoofd te komen van het klooster in ‘End Street’ in Johannesburg (1940) en van de missie in Orlando in Soweto (1943). In juli 1947 en in 1948 kreeg ze bronchitis en diende ze opgenomen te worden in het sanatorium van Kensington. Telkens keerde ze evenwel terug naar Orlando. Uiteindelijk ging ze in 1949 als 84-jarige met pensioen. Op 8 januari 1954 overleed ze in Parktown, waarna ze werd begraven op het kerkhof van Bramfontein in Johannesburg.

De congregatie van de Zusters van de Heilige Familie van Bordeaux die werd opgericht in 1820, telt vandaag meer dan 4.000 religieuzen die actief zijn in ruim 20 landen over heel de wereld. Van 1896 tot einde 1898 verbleef een kleine gemeenschap in Lier. 10 zusters woonden in een woning aan de Lisperstraat, waar sinds 1973 de lagere school van het Sint-Gummaruscollege gevestigd is.

Foto: Bernard Janssens

Door onze website te gebruiken, verklaart u zich akkoord met onze Cookie Policy en Privacy Policy.

OKMeer informatie.