26 apr 2025 - 19:49
Nieuws
80 jaar na de bevrijding van de concentratiekampen had in Lier een grote herdenkingsplechtigheid aan het monument van de Lierse politieke gevangenen 1940-1945 plaats. Het initiatief ging uit van Myriam en Nelly Baeten en van Fabienne Arras. Na de toespraken volgde een bloemenhulde en een ontvangst in het stadhuis.
De talrijke aanwezigen – kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en familieleden van de politieke gevangenen – werden welkom geheten door Nelly Baeten. Zij verheugde zich over de talrijke opkomst en verwees naar het archief van de Witte Brigade sector 26, dat bewaard werd door haar broer die op 13 november 2024 overleed. Ze verwees verder naar de bevrijding van de concentratiekampen door de Russen en de Amerikanen in de periode januari – april 1945 (Auschwitz, Büchenwald, Dachau en vele andere). De bevrijding betekende voor velen het einde van een nachtmerrie en een nieuw begin. De gruwelen van toen mogen niet vergeten worden; de boodschap moet aan de volgend generaties doorgegeven worden. Wim Govaerts, auteur van het boek ‘Lier 1940 – 1945. Bezet en Bevrijd’ hield de gelegenheidstoespraak. Hij riep de herinnering op aan de eerste verwezenlijkingen van het verzet, zoals het verwijderen van wegwijzers, het doorgeven van boodschappen en het verspreiden van pamfletten. Ondanks het gevaar bleven ze volharden.
Als één van de opgepakten en weggevoerden beloofde Marcel Arras een kapel te bouwen, indien hij heelhuids de hel van de kampen mocht verlaten. In het verlengde hiervan werd op 4 september 1949 de kapel van de H.-Rita ingehuldigd. In 1996 werd ze gerestaureerd. Op 20 juni 1998 werd naast de kapel het gedenkmonument met de naam van 137 politieke gevangenen ingewijd. Burgemeester Rik Verwaest beschreef de Lierenaars die 80 jaar geleden werden weggevoerd en terecht kwam in ‘de hel op aarde’, als dappere burgers, vaders, moeders, broers, zussen, zonen, dochters, die alles gaven om niet in oorlog en terreur te moeten leven. Zij betaalden een verschrikkelijke prijs. Dat we vandaag in vrede mogen leven danken we aan het offer dat zij brachten. Hiervoor moeten wij hen altijd dankbaar blijven. Daarop volgde een lange bloemenhulde namens de stad, Büchenwald, Gross-Rosen, het 8 mei-comité, de Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen, Recht & Vrijheid, het Forum van Joodse Organisaties en vele families. Voor de muzikale omlijsting zorgden Oscar Bohnen en 2 trompettisten van ‘Ten Velde’ van het Fort van Kessel.
Tekst DéBé
Foto Luc Peeters
