18 dec 2019 - 14:17
NieuwsFelix Van Loock is als geen ander verbonden met de rijke geschiedenis van het Lierse kant-, parel- en borduurwerk. Als voormalig directeur van ‘Paaps Embroidery’ is hij de auteur van het boek ‘Lier en d’haaknaald’, waarvan recent een herziene en aangevulde versie verscheen. Een exemplaar hiervan werd in het stadsmuseum overhandigd aan schepen Rik Verwaest.
Felix Van Loock die in 1935 in Lier geboren werd, groeide op in de familie Paaps-Timmermans die jarenlang een leidende positie bekleedde binnen het Lierse kant-, parel- en borduurwerk. Zijn grootmoeder was de zus van Felix Timmermans. Vanaf het begin van de 19de eeuw floreerde in Lier het ‘cantsteeckwerk’. Een belangrijk keerpunt vormde de introductie van de Cornelymachine in 1865. De charlestonmode tijdens de jaren ’20 van de vorige eeuw, zorgde voor een gouden tijd. Van 1947 tot 1967 werden handtassen met parelwerk wereldwijd uitgevoerd naar New York, Parijs en Milaan. De bedrijvigheid had een belangrijke impact op de tewerkstelling in Lier. Overwegend vrouwen werkten van thuis uit. In de sector van het kantwerk waren vanaf 1830 800 personen tewerkgesteld. Vanaf 1880 kwamen daar nog ééns 800 éénheden bij voor het parelwerk. Voor wereldoorlog I en tijdens de charlestonhype ging het wel om 3.000 werknemers.
Met de herstelling van de export na wereldoorlog II, werd opnieuw het vooroorlogse peil benaderd. Bij het einde van de jaren ’60 van de vorige eeuw verplaatste de productie zich geleidelijk steeds meer naar het buitenland. 10 jaar later telde Lier nog slechts 60 werknemers, die betrokken waren bij de geautomatiseerde productie. Felix Van Loock ontwierp tussen 1958 en 1998 tal van patronen voor kant- en parelwerk. Aanvankelijk deed hij dit in de firma van zijn moeder Angèle Paaps, later als verantwoordelijke van ‘Paaps Embroidery’. Hij introduceerde in Lier ook het computerborduren. Als pionier van het Lierse kant-, parel- en borduurwerk heeft hij heel wat erfgoed, zoals afgewerkte producten, staalboeken, foto’s, diploma’s en machines kunnen bewaren. Talrijke stukken werden geschonken aan de Lierse Academie voor Schone Kunsten en aan het Modehuis in Antwerpen. Hij blijft zich inzetten om deze typische ambachtelijke bedrijvigheid de aandacht te schenken die ze meer dan ooit verdient.
Tekst: DéBé
Foto’s: Luc Peeters