23 mei 2020 - 10:08
Nieuws
Op 1 augustus 1992 ging Jos Van Looy als directeur van de Lierse Muziekacademie met pensioen. Ruim 40 jaar lang stond hij aan het hoofd van de academie. Hij richtte nieuwe afdelingen op, stichtte schoolensembles en sinds 1969 bijafdelingen in de omliggende gemeenten. Bij het begin van de jaren ’70 maakte hij de verhuis mee naar het voormalige klooster van de Jezuïeten, dat de stad voor 18 miljoen BEF eerder had aangekocht.
Jos Van Looy werd op 19 juli 1927 op Lisp geboren. Tijdens wereldoorlog II moest hij gaan werken. Via een studiebeurs kon hij gaan studeren aan het Lemmensinstituut in Mechelen. Hij behaalde er met glans zijn einddiploma, het diploma van uitmuntendheid en de prestigieuze Lemmens-Tinel prijs. Eerder had hij lessen notenleer, orgel en kunstgeschiedenis gevolgd. Als bekroning van zijn studieloopbaan behaalde hij aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen, eerste prijzen contrapunt en fuga, compositie, orkestratie en orkestdirectie. In 1949 werd hij benoemd als leraar notenleer aan de Lierse muziekacademie en in 1951 aangesteld als directeur in opvolging van Frans Boogaerts. Daarnaast was hij docent aan het Conservatorium van Maastricht, het Lemmensinstituut in Mechelen en Leuven en het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen. Hij was titularis-organist van de Sint-Gummaruskerk (1953), dirigent van de Koninklijke Zangkring Orpheus en van het Adagiokoor en bezieler van het Gregoriaans mannenkoor en het orgelcomité van Sint-Gummarus. Jos Van Looy behaalde tal van prijzen w.o. de prijs Albert De Vleeschouwer (1960), de prijs Peter Benoit (1964), de prijs Lodewijk Mortelmans (1966) en de prijs voor compositie van de Koninklijke Vlaamse Academie van België (1968).
Tekst: DéBé
Foto’s: RM
