11 mei 2020 - 10:17
NieuwsIn januari 1987 kende de Lierse duivenmarkt nog een grote internationale aantrekkingskracht. Verkopers uit alle hoeken van het land en zelfs uit Nederland boden zich toen al van bij het ochtendgloren aan. Kort nadien volgden duivenliefhebbers uit alle windstreken, Nederland, het Noorden van Frankrijk en Duitsland.
In het centrum van de stad werden toen talrijke auto’s en autobussen met een vreemde nummerplaat opgemerkt. De bezoekers spraken een wirwar van talen. Ze kwamen massaal naar Lier afgezakt omdat de regio en de Kempen de beste duivenmelkers en –kwekers had. Het verloop van de markt werd met argusogen opgevolgd door marktmeester Jozef Gheuens met zijn statige laarzen, die in 1974 Sus Phillibert had opgevolgd. Namens de stad moest hij toen 3 BEF per aangeboden duif innen. Het was een lucratieve bron van inkomsten, omdat tot 3.500 overwegend jonge duiven werden aangeboden. Op topdagen ging het zelfs om 10.000 tot 12.000 exemplaren. De gemiddelde verkoopprijs per duif schommelde toen rond de 1.000 BEF.
Tekst: DéBé
Foto’s: RM