TWEE NIEUWE BOEKEN OVER ‘DE GROOTE OORLOG’

Op Wapenstilstandsdag van 11 november worden twee boeken voorgesteld, die aansluiten bij het verhaal van de GrOOte Oorlog. ‘Lier als (nooit) tevoren. Hoe de GrOOte Oorlog de stad hertekende’, verschijnt als deel 11 in de reeks ‘Bijdragen tot de Geschiedenis van de stad Lier’ van het Liers Genootschap voor Geschiedenis. ‘Lieve kinderen, kloeke soldaten. Brieven uit de Groote Oorlog van de Lierse architectenfamilie Careels met een overzicht van hun architecturale oeuvre’ van Mario Baeck, wordt uitgegeven op initiatief van het Jozef Van Rompaey-Davidsfonds-Genootschap van Onze-Lieve-Vrouw-Waver.

Het eerste boek is van de hand van Hugo De Bot, Marc Mees, André Van den Broeck en Greet Vervloet. Het is een drieluik dat een beeld weergeeft van Lier voor, tijdens en na de Groote Oorlog. Een eerste bijdrage ‘Rode daken en witte gevelen. Over het vooroorlogse stadsbeeld van Lier’, werd geschreven door Marc Mees. ‘Reeds voor de Groote Oorlog, meer bepaald in de 19de eeuw, veranderde het uitzicht van Lier grondig. Hele straten kregen stilaan een ogenschijnlijk uniform, maar toch zeer gevarieerd wit aanzien. Het waren onder meer de Lierse stadsbouwmeesters die een doorslaggevende stempel op het uitzicht van de stad hebben gedrukt’. De tweede bijdrage ‘De verwoesting van Lier’ van André Van den Broeck behandelt de periode van 29 september 1941 tot 6 oktober, wanneer Lier in Duitse handen valt. ‘De dagenlange bombardementen en gevechten hadden Lier onherkenbaar gemaakt. Een spoor van vernieling was door de stad getrokken. Zes dagen lang werd de stad door de Duitsers en plunderaars leeggeroofd. Bij het uitbreken van de oorlog telde Lier 5.513 woningen. Hiervan werden er 762 volledig vernield en een 700-tal onbewoonbaar’.

De wederopbouw, gedeeltelijk reeds begonnen tijdens de oorlog, maar vooral daarna, werd ontrafeld door Greet Vervloet en Hugo De Bot in het derde luik. Onderwerpen zoals de Rechtbank voor Oorlogsschade, de wederopbouw tijdens de oorlog, het ‘Stijlendebat’, de nieuwe rooilijnen, de inbreng van de in 1921 gestichte Maatschappij voor Goedkope Woningen en de concentratie van verwoeste panden bij ‘rijke families’ worden toegelicht. De meest waardevolle bijdrage in dit derde luik vormen de ruim 150 geveltekeningen en –plannen van de ‘wederopbouw’ architecten. Sommige zijn meer aquarellen dan technische tekeningen. Ze worden geconfronteerd met de vooroorlogse toestand, het verwoeste pand tijdens de Groote Oorlog en de hedendaagse situatie. Het werk telt 256 pagina’s en is rijkelijk geïllustreerd. Het verschijnt eind november 2019 en kost 35 euro bij voorinschrijving tot en met 29 november 2019. Nadien wordt 45 euro betaald.

Het tweede boek handelt over de Lierse architect Eduard Careels (1857-1933) die kort voor en na WOI diverse bouwwerken die het uitzicht van O.L.V.-Waver sterk wijzigden en de gemeente een monumentale uitstraling gaven. De lezer leert verder via de oorlogsbriefwisseling zijn beide zonen Jan (1894-1947) en Gustaaf (1896-1975), Eduard Careels kennen als een zeer gelovige en sterk vaderlandslievende man met een warm familiehart. De beide broers hebben duidelijk verschillende persoonlijkheden en sterk uiteenlopend ervaringen aan het front.  Ze houden de pijnlijke kanten van de oorlogservaringen grotendeels verborgen voor hun vader, maar zijn er onderling veel minder terughoudend over. Deze oorlogscorrespondentie is dan ook een aangrijpend tijdsdocument. In de mee in het boek opgenomen biografieën van de drie hoofdfiguren is er ook aandacht voor het architecturale oeuvre van Eduard en Gustaaf Careels en hun bijzondere realisaties verspreid over heel de provincie.

Tekst: DéBé

Cover: LG

Begindatum: 
maandag, 11 november, 2019
Einddatum: 
maandag, 11 november, 2019

Door onze website te gebruiken, verklaart u zich akkoord met onze cookie policy en privacy policy. OK