TERUGBLIKKEN OP BLOEIPERIODE LIERSE KANTNIJVERHEID

Lier is altijd vermaard geweest om zijn kant-, parel- en borduurwerk. Als zaakvoerder tot in 1998 van ‘Paaps Embroidery’ en als vertegenwoordiger van de 6de generatie familieleden die actief waren in de sector, is de nu 84-jarige Felix Van Loock onlosmakelijk verbonden met dit Lierse kunstambacht. Hij hield tal van lezingen, is de auteur van het boek ‘Lier & ’t haak-naaldje’ en legt de laatste hand aan een nieuwe publicatie. Hij leek ons de ideale figuur om terug te blikken op de bloeiperiode van wat vandaag een artistieke vorm van vrijetijdsbesteding is.

Het verhaal begint rond 1810 toen Engelse tule in Lier ingevoerd werd via de haven van Antwerpen. Karel Alexander Timmermans – een voorouder van Felix Van Loock – was toen de pionier van de Kempense en Hollandse vleugelmutsen in ‘cantsteeckwerck’. Omstreeks 1830 was Willem Antoon Timmermans – zoon van Karel Alexander – een andere belangrijke figuur voor de Lierse kant in kettingsteek met haakje. Van 1802 tot 1818 was de Sint-Gummaruskas ingemetseld in zijn woning in de Eikelstraat, om deze te beschermen tegen de Sansculotten. Met de introductie rond 1865 van de handgestuurde Cornely-machine deed zich een belangrijk keerpunt voor. Omstreeks 1880 werden de eerste pareltjes uit Murano (Venetië) ingevoerd. Jan Gommaar Timmermans – de vader van Felix Timmermans en de overgrootvader van Felix Van Loock – speelde toen een opvallende rol met betrekking tot het pailletten- en parelwerk. Met de hondenkar reisde hij toen naar de Kempen en Holland om mutsen in ‘Cantsteeckwerck’ te verkopen. Tijdens dezelfde periode schakelden enkele duizenden thuiswerksters over naar het parel- en paillettenwerk. Rond 1910 kende de uitvoer van parel- en paillettenwerk naar de Verenigde Staten, Canada, Londen, Parijs, een absoluut hoogtepunt. Rosalie Timmermans – een zus van Felix Timmermans – speelde daarbij een belangrijke rol. 

Als 18-jarige trok ze naar Winnipeg in Canada, ze huwde een Canadees en zette een zaak op om Lierse kant- en parelwerk in te voeren en te verdelen over Canada en de Verenigde Staten. De charlestonmode van de jaren 1920 zorgde voor een gouden tijd voor met parels versierde kleedjes en handtassen. Daarop volgde de wereldcrisis van de jaren 1930. Na WO II klom de export van handtassen met parelwerk opnieuw naar het peil van voor de oorlog en dit liefst 2 decennia lang. In 1947 knoopte Angèle Paaps – de moeder van Felix – opnieuw besprekingen aan met Amerikaanse en Canadese Joden en werden paarlen handtassen (‘beaded bags’) opnieuw verstuurd naar Amerika. Vanaf 1950 lieten steeds meer dames hun avondkleed bekleden met echte Lierse perlage. Josephine Timmermans – de oudste zus van Felix Timmermans -, die gehuwd was met Emile Keyzer had een bekend atelier voor haute couture kant, parels en borduursel in de Antwerpsestraat. In Lier was toen aan de Spoorweglei een hogere borduurschool gevestigd, waar les werd gegeven in kant-, parel- en paillettenwerk. Als vertegenwoordiger van de 6de generatie kwam uiteindelijk Felix Van Loock aan het hoofd van ‘Paaps Embroidery’, die actief bleef tot in 1998. De firma was omstreeks 1980-1985 de enige in ons land die gebruik maakte van computersystemen. Vooral de ‘beades bags’ gingen nog massaal naar Amerika. Talrijke opdrachten werden ook uitgevoerd voor de haute couturehuizen in Brussel. In 1998 werden de activiteiten stop gezet. Vanaf het einde van de jaren ’60 van de vorige eeuw verplaatste de productie zich steeds meer naar het buitenland. Op de bijgevoegde foto’s staan Felix Van Loock, Hilde Duys en een Liers kantwerk met als thema Felix Timmermans (FT) afgebeeld.

Tekst: DéBé

Foto's: Hilde en RM

Begindatum: 
zaterdag, 26 februari, 2022
Einddatum: 
zaterdag, 26 februari, 2022

Door onze website te gebruiken, verklaart u zich akkoord met onze cookie policy en privacy policy. OK