STAD PLANT EEN REEKS ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN
De energiecrisis en de uit de pan swingende energiefacturen treffen niet alleen de individuele burger, maar alle sectoren van het maatschappelijke leven, dus ook de openbare besturen. Het onderwerp kwam dan ook uitgebreid aan bod tijdens de voorbije gemeenteraad. Verschillende fracties (CD&V, Groen – Lier&Ko, Vl. Bel.) informeerden naar de plannen en intenties van het stadsbestuur. Is er een energieplan, wat zijn hiervan de basiselementen en welke tijdelijke of permanente energie besparende maatregelen mogen verwacht worden?
Volgens schepen Bert Wollants werden binnen de stad als organisatie dienaangaande al meerdere besprekingen gevoerd. Gedacht wordt aan maatregelen op korte en op lange termijn. Het is wel niet duidelijk hoe lang de crisis zal duren en of we voor een strenge, normale of zachte winter staan. Europa lanceerde alvast de doelstelling om het energieverbruik met 15% te doen dalen. Het personeel zal zijn gedrag moeten aanpassen en inspanningen leveren. Op korte termijn dient het gasverbruik in alle gebouwen van de stad te dalen. Nauw toezicht zal gehouden worden op het correct afstellen van de keteltemperatuur, het ontluchten van de installaties, het optimaliseren van schema’s en het van nabij opvolgen van de meterstanden. Pistes waaraan gedacht wordt lijken het samenbrengen van bepaalde diensten, het voorzien van vaste thuiswerkdata en het selectief benutten van vergaderlokalen. In de gangen zal de verwarming lager afgesteld worden, buizen zullen beter geïsoleerd worden en radiatorfolie aangebracht worden. In de sporthallen zijn en worden spaardouchekoppen voorzien.
Mogelijk zal per locatie een speciale werkgroep opgericht worden. In de gebouwen van de stad wordt de temperatuur verlaagd van 22 naar 19 graden. Voor De Mol wordt onderzocht of de kantoren van het cultuurcentrum en het jeugdcentrum kunnen gecombineerd worden. In woonzorgcentrum Paradijs wordt de temperatuur geleidelijk afgebouwd van 24 naar 22 graden. Het eventueel dimmen of zelfs doven van de openbare verlichting tussen 23 en 5 uur biedt voor- en nadelen, die nog moeten afgewogen worden. Dit is eveneens het geval voor de eindejaar- en de kerstverlichting. Rekening moet immers gehouden worden met de aspecten veiligheid, comfort en werkbaarheid. Op lange termijn zullen verder isolatiewerken uitgevoerd worden, meer zonnepanelen, waterpompen en LED-verlichting geplaatst worden en nieuwe technieken – bvb. riothermie – aangewend worden. De energiekosten voor de stadsgebouwen en de openbare verlichting bedroegen 1,5 miljoen euro. Voor 2022 en 2023 wordt een verdubbeling van dit bedrag verwacht. Vanaf 2024 wordt gehoopt op een daling met 30%, als gevolg van de doorgevoerde aanpassingen en de mogelijk dalende prijzen.
Tekst: DéBé
Foto: RM
