NIEUWE MELODIEEN OP LIERSE BEIAARD

Lier bezit volgens kenners de mooiste barokbeiaard ter wereld. Als gevolg van een recente ingreep weerklinkt voortaan nieuwe muziek vanop de Sint-Gummarustoren. Het gaat om volgende melodieën: op het uur: de wals uit het ballet ‘Coppelia’ van Leo Delibes (1836-1891), op het eerste kwartier: Gymnopedie nr 2 van Eric Satie (1866-1925), op het halfuur: Rondo uit de Sonate in b van C.P.E. Bach (1714-1788) en op het laatste kwartier: Allemande uit ‘Die Schlittenfahrt’ van W.A. Mozart (1756-1791).

Stadsbeiaardier Koen Van Assche: ‘Onlangs werd het jaarlijkse ‘versteek’ uitgevoerd op de automatische speeltrommel van de beiaard van de Sint-Gummarustoren. Hierdoor weerklinkt nieuwe muziek op het uur, het halfuur en het kwartier. Tijdens het ‘versteek’ worden de pinnen op de speeltrommel weggenomen en komen er andere in de plaats. Wanneer de trommel draait, zet elke pin boven de trommel een ijzeren hefboom in beweging waardoor een hamer aan de buitenkant van de klok wordt weggetrokken. Eens voorbij de pin, valt de hamer tegen de klok. Zo worden de automatische melodieën geprogrammeerd en dit in tegenstelling tot het manueel bespelen van de beiaard aan de hand van een beiaardklavier, waarbij elke toets verbonden is met een klepel aan de binnenkant van de klok.

 Zowel de trommel, het grootste deel van het mechanisme, de pinnen, de schroeven en het gebruikte gereedschap, zijn nog altijd het originele 18de eeuwse materiaal. De trommel alleen is al een uniek stuk dat heel wat mogelijkheden biedt. Het ‘versteek’ is een wat heikele, arbeidsintensieve klus, omdat elke noot manueel moet verstoken worden. Om te weten welke noot overeenkomt met welk gat in de trommel, wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde versteeklat waarop de muzieknoten staan’.

Het Lierse trommelspeelwerk is niet enkel de oudste maar ook de enige nog draaiende springtrommel ter wereld. De makers van toen vonden in 1721 een perfect evenwicht tussen de technische kwow how en de muziek. Na de voltooiing van de Lierse beiaard kreeg de Lierse klokkengieter Alexius Jullien ook de opdracht om een speeltrommel te maken voor het automatisch speelwerk. In 1712 werd het volledige speelmechanisme geplaatst en afgewerkt door Henricus Joltrain uit Antwerpen.

Via een hefboomsysteem worden 70 hamers bediend voor in totaal 35 klokken. Aan de hand van de windas die versierd is met zwaantjes, kan de snelheid van de trommel geregeld worden. De muziek wordt geprogrammeerd door het plaatsen van pinnen in de gaten van de trommel en dit volgens de gewenste noot en het ritme. Uitzonderlijk aan het speelwerk is het springmechanisme. Tussen 1920 en 1924 wijzigde Louis Zimmer de inrichting. In 1928 automatiseerde hij het opwindmechanisme, waardoor het dalen van het gewicht tot enkele meters beperkt werd. Na een periode van verval werd het speelwerk in 2004 grondig gerestaureerd met nieuwe speelhamers.

Foto’s: Toeristische dienst

Begindatum: 
maandag, 9 november, 2015
Einddatum: 
maandag, 9 november, 2015

Door onze website te gebruiken, verklaart u zich akkoord met onze cookie policy en privacy policy. OK