MARGARINEFABRIEK ‘BRABANTIA’ SCHREEF EEN BROK ECONOMISCHE GESCHIEDENIS

Van 1895 tot 1951 bepaalde de margarinefabriek ‘Brabantia’ vooraan in de Rivierstraat – in de volksmond ‘De Boterton’ - in belangrijke mate het economisch leven in de stad. Vandaag herinneren de nieuwe Botertonstraat en het project Boterton, dat 72 appartementen verdeeld over 5 woonblokken omvat, aan de vroegere bedrijvigheid.

Margarinefabriek ‘Brabantia’ werd opgericht door Josephus Franciscus Anthonius Albers. Hij werd geboren op 4 januari 1850 in de Nederlandse gemeente Grave in Noord-Brabant en stamde uit een familie van boterfabrikanten. Na zijn huwelijk met Anna Diliana Maria Van der Hagen – een telg van de eigenaars van ‘Nutricia’ – verhuisde het gezin op 14 december 1898 van ’s Hertogenbosch – waar J.F.A. Albers al een margarinefabriek had – naar Lier. Hier ging in mei 1895 de nieuwe fabriek ‘Brabantia’ van start. Het bedrijf kende een voorspoedige ontwikkeling, die nog versneld werd onder het bewind van Jos Albers (° ’s Hertogenbosch op 25 februari 1884 - + Tilburg op 8 maart 1970), de jongste van zijn 6 kinderen. De stichter overleed te Alkmaar op 31 januari 1915, maar werd begraven te Lier. In de Netestad volgde een succesverhaal van opeenvolgende uitbreidingen (1903, 1913, 1920, 1925 …), de introductie van nieuwe machines en tal van vernieuwingen. Bovendien nam het gebruik van margarine in sterke mate toe tijdens W.O. I en II. ‘Brabantia’, ‘Argenta’, ‘Alberta’, ‘Josa’  en ‘Choco Crema’ (op basis van cacao, suiker en melk), waren succesvolle merknamen. Na een administratieve aanloop vanaf 1929 werd in 1934 ook een koffiebranderij – met de merknaam ‘Pola Koffie’ – aan de bedrijvigheid toegevoegd. 

De productie van margarine was een omvangrijk proces, dat de nodige ervaring vereiste. Op het bedrijfsterrein stonden grote opslagplaatsen met vergaarbakken, voor het opslaan van de olie en het smelten van de vetten. Automatische roermachines zorgden voor de noodzakelijke mengeling, in een omgeving waar de muren met witte keramiektegels waren bezet. In ‘tempereer’-lokalen werden de grondstoffen bij een bepaalde temperatuur ‘gesteld’. De verse melk die dagelijks bij de boeren uit de omgeving werd opgehaald kwam voor pasteurisatie en verwerking in de melkzaal in grote bakken terecht. Na het mengen van de melk in karnen met de vetten, werd het mengsel overgeheveld in grote kristalliseerbakken en in koelkamers bewaard om te rusten. De muren, de zoldering en de vloeren van de koelkamers waren bekleed met dikke kurklagen, om vooral in de zomer de koelte te bewaren. Vervolgens werd de margarine intensief gekneed en tot vaste massa verwerkt. Daarop volgde het inzouten, de automatische afweging en de verpakking van de margarine. Het afgewerkte product werd opnieuw in koelkamers bewaard, de volgende dag op bestelwagens geladen en zowel in het binnen- als het buitenland over depots en winkels verdeeld. De producten werden nooit met de handen aangeraakt. Aan veiligheid en hygiëne werd immers veel aandacht besteed. De bakken en machines kregen dan ook dagelijks een grondige wasbeurt. 

‘Brabantia’ beschikte over een uitgebreid wagenpark – 30 auto’s voor levering in eigen land -, dat in de eigen garage en technische ateliers werd onderhouden, net als het uitgebreid machinepark. Op de bedrijfssite stonden eveneens een ijsfabriek – voor het kristalliseren van de margarine en voor de koelkamers -, een zaal vol dynamo’s en accumulatoren voor het opwekken van elektriciteit, een mechanische schrijnwerkerij en een schilderwerkplaats. In de tuin waren diepe waterputten geboord om steeds over voldoende en zuiver water te beschikken. Uiteraard telde het bedrijf een omvangrijk aantal medewerkers, waarvan het merendeel betrokken was bij de productie. Om de winkels te bezoeken werden liefst 30 reizigers ingezet. De afdeling promotie (‘premies’) telde 25 medewerkers. ‘Brabantia’ toonde zich op dit vlak eveneens bijzonder actief. Zo werd deelgenomen aan reclamestoeten in Antwerpen en Brussel, werden chromo’s, prentjes, post- en zichtkaarten uitgegeven en konden zelfs huishoudartikelen en speelgoed gewonnen worden. Voor de fabrieksgebouwen stond een imposant herenhuis ‘het Hof van Albers’ met zwembad. Het verhaal van ‘Brabantia’ eindigde in 1951 toen de firma Albers werd overgenomen door Vandenmoortele uit Izegem. Zodoende  kwam een einde aan ruim 5 decennia opvallende economisch bedrijvigheid.

Tekst: DéBé

Foto's, Felix Struyf en Colectie Felix Struyf. 

Begindatum: 
zaterdag, 19 december, 2020
Einddatum: 
zaterdag, 19 december, 2020

Door onze website te gebruiken, verklaart u zich akkoord met onze cookie policy en privacy policy. OK