HERINNERINGEN AAN DE LIERSE ATOOMSCHUILKELDER

In de niets ontziende oorlog in Oekraïne hebben de Russische troepen ook de kerncentrale van Zaporizja – de grootste van Europa – met zwaar artillerievuur beschoten. Gelukkig is naar verluid geen radioactieve straling vrijgekomen. Onbewust gaan in Lier de gedachten terug naar de atoomschuilkelder die bij het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw onder het toenmalige nieuwe Rijksadministratief Centrum gebouwd werd. 

Omdat de verschillende overheidsdiensten erg verspreid lagen over de stad, verschenen al in 1969 de eerste plannen om ze op één plaats te centraliseren. De werken gingen in december 1978 van start en zouden ruim 2 jaar duren. In volle koude oorlog-sfeer werd op initiatief van de federale overheid op de verdieping -3 een atoomschuilkelder gebouwd als commandopost voor de Civiele Bescherming en het Leger. De schuilkelder was te bereiken via indrukwekkende, zware en hermetisch af te sluiten sasdeuren. Wie de ruimte in geval van nood zou betreden, moest zich eerst grondig douchen. Maximum 24 personen hadden er de beschikking over een keukentje, slaapgelegenheid en sanitaire voorzieningen. Ze moesten wel vertrouwd zijn met de vele machines en installaties, bedieningspanelen en –knoppen. Er was een stroomgroep om elektriciteit op te wekken en een tandem om al trappend de ventilatie bij te sturen. Kort na de opening bestond de mogelijkheid om de schuilkelder in kleine groepen te bezoeken. Het beheer werd overgelaten aan de federale overheid. De ruimte is al enkele jaren niet meer operationeel.

Tekst: DéBé

Foto: RM