FIETSEN L’AVENIR: 110 JAAR EEN STERK MERK
In 2022 bestaat de merknaam l’Avenir precies 110 jaar. De oudste fietsenfabrikant van het land ging reeds in april 1898 van start onder de naam ‘de Korporaal’. In 1912 werd deze gewijzigd in fietsen l’Avenir. Het bedrijf overleefde twee wereldoorlogen en meerdere economische crisissen. De geschiedenis van l’Avenir is er één van opeenvolgende uitbreidingen en nieuwe vestigingsplaatsen. Tijdens de jaren ’50 van de vorige eeuw was l’Avenir opvallend aanwezig in het wielerpeloton.
Het was Frans Mariën, kleermaker van opleiding, die in april 1898 naast zijn herberg in Koningshooikt van start ging met een rijwielzaak. In 1903 trad hij in het huwelijk met Maria Van den Bulck. Het echtpaar kreeg 3 kinderen: Jos, Juul – die op 19-jarige leeftijd overleed – en Maria. In 1912 werd de bedrijvigheid uitgebreid met een afdeling fietsonderdelen. De fietsen werden aanvankelijk verkocht onder de merknaam ‘korporaal’, omdat de vader van Frans als korporaal had gediend in het Belgische leger. In 1912 werd de naam l’Avenir aangenomen. Tijdens WO I lag de bedrijvigheid zo goed als stil en kwam Frans aan de kost als fotograaf. Na 1918 kende de fietsnijverheid een bloeiperiode en volgde de verhuis naar de Berlarij in Lier, omdat de nabijheid van het station belangrijk was voor de aanvoer van goederen. In 1929 werd de toelating aangevraagd om een werkhuis op te richten voor het verlakken en vernikkelen van rijwielen en moto’s. De bloeiperiode duurde tot de jaren ’30, toen de wereldcrisis uitbrak. In 1933 overleed stichter Frans Mariën, waarna de bedrijvigheid werd verder gezet door zijn echtgenote Maria Van den Bulck, zoon Jos en dochter Maria. In 1936 werd in de Hazenstraat een pand aangekocht waarin voordien een borstelfabriek was gevestigd. WO II zorgde voor een nieuw dieptepunt.
Eéns de rust was weergekeerd, volgde een nieuwe bloeiperiode. Op 28 mei 1948 werd het 50-jarig bestaan gevierd met o.m. een feestmaal in de Prins Kardinaal. Tijdens de jaren ’50 deed l’Avenir een opgemerkte verschijning in de wielrennerij. Een jonge Rik Van Looy, Nest Sterckx, Leo Buyst, André Vlaeyen, Eugène Van Roosbroeck en de Australische wereldkampioen Grame French, verdedigden toen de blauw-rode kleuren. Vanaf 1951 deden de motorettes en de bromfietsen hun intrede. In 1957 werden liefst 5.000 bromfietsen gefabriceerd. In 1960 werd de zaak omgevormd tot NV. De groothandel en de kleinhandel gingen een apart leven leiden. De groothandel en de fabricage kwamen onder leiding van Jos Mariën en zijn vrouw Maria Van Rensbergen; de kleinhandel werd geleid door Maria Mariën en haar man Petrus Ysewyn, later opgevolgd door Jos Ysewyn, zijn echtgenote en zijn zoon. De productie van bromfietsen werd gestaakt in 1971. Wel werden vanaf 1983 nog ingevoerde bromfietsen verkocht. Tijdens de jaren ’60 en ’70 werden steeds meer fietsen verkocht, ook al omdat vanaf 1966 in ons land de verkoop van Gazellefietsen werd verzekerd. Onder leiding van Hugo Mariën – zoon van Jos – werd in de Posthoornstraat een nieuwe fabriek gebouwd.
In 1970 werd hier de fabricage en de voormontage van frames (sinds 1956 gevestigd in een leegstaande tabakfabriek in de Regenboogstraat), evenals de lakkerij ondergebracht. In 1975 werd de bebouwde oppervlakte hier verdubbeld en volgden de montage, het magazijn en de kantoren. Met de eerste oliecrisis werd de fiets in 1973 massaal herontdekt. Hetzelfde jaar werd in het Spiegelhof het 75-jarig bestaan gevierd. Vanaf 1970 nam de import van fietsen uit het buitenland in sterke mate toe. Gelukkig had l’Avenir reeds eerder een overeenkomst afgesloten met Gazelle en kon het bedrijf vanaf 1978 de verdeling van fietsen en hometrainers van Cicli Cinzia verzekeren. In 1980 overleed medestichter Maria Van den Bulck, 3 maanden voor haar 100ste verjaardag. In 1982 volgde de tweede oliecrisis, wat een boost gaf aan het recreatieve fietsen. In 1986 overleed Jos Mariën op 82-jarige leeftijd. Om het 90-jarig bestaan te vieren, namen zo’n 400 genodigden op 20 maart 1988 deel aan een boottocht op de Maas. Tijdens de jaren ’90 werden in de Posthoornstraat belangrijke investeringen gedaan. In 1993 werd een automatische poederspuitinstallatie en in 1997 een ook al automatische staalstraalinstallatie aangekocht. Wat de verkoop van fietsen betreft, was het coronajaar 2020 een recordjaar. Vandaag heeft Stefan Mariën als vertegenwoordiger van de vierde generatie de leiding over het bedrijf. De laatste jaren zijn het de elektrische fietsen die liefst 80 tot 90% van der omzet vertegenwoordigen.
Tekst: DéBé
Foto's: L'Avenir
