15 nov 2018 - 13:28
NieuwsDe Stedelijke Academie voor Schone Kunsten bestaat 225 jaar en dat zou op grootse wijze gevierd worden tijdens een academische zitting. De opeenvolgende sprekers moesten het in cultuurcentrum Vredeberg stellen met amper 30 toehoorders, hetzij minder dan 1 vertegenwoordiger per 30 jaar.
De viering viel dan ook nog samen met de Codibeldag, de jaarlijkse ontmoetingsdag voor directeurs beeldende kunsten. Schepen Ivo Andries stelde in zijn welkomstwoord dat ook de volgende 6 jaar in Lier op het vlak van het kunstonderwijs een stevig beleid zal gevoerd worden. Directeur Gio De Weerd beschikte vervolgens over exact 225 seconden om de geschiedenis van de academie in vogelvlucht te overlopen. Hij stond stil bij het beleid van de opeenvolgende directeurs: Pieter Jan Denis (1798-1814), Jan Vervoort, Cornelis Van Boeckel, Melchior Gommaar Tieleman (1829-1864), Jan Baptist De Weert (1864-1884), Edward Pierre Wouters (1884-1920), Edward Careels (1920-1929), Jan Ros (1955-1957), Oscar Van Rompay (1958-1961), Sylvain De Bie (1962-1966), Piet Janssens (1986-1995) en Andrée Charle (1995-2011).
De academie werd in 1793 opgericht als tekenschool. De lessen werden aanvankelijk gegeven in de bovenzaal van d’Eycken Boom. In 1798 volgde de verhuis de bovenverdieping van het stadhuis en naar de verdieping van het Vleeshuis. In 1807 werd de benaming Stedelijke Academie voor Schone Kunsten aangenomen. In 1933 werden lokalen betrokken in het Hof van Santhoven aan de Vismarkt. In 1989 werd de academie ondergebracht in de voormalige Becquevortkazerne aan de Koepoortsraat. Als gastspreker was filosofe Joke Hermsen uitgenodigd die een toespraak hield over ‘Tijd voor Kunst’.
Tekst: DéBé
Foto’s: LP